SV | Doch Ik keerde Mijn hand af, en deed het om Mijns Naams wil, opdat hij voor de ogen der heidenen niet zou ontheiligd worden, voor welker ogen Ik hen uitgevoerd had. |
WLC | וַהֲשִׁבֹ֙תִי֙ אֶת־יָדִ֔י וָאַ֖עַשׂ לְמַ֣עַן שְׁמִ֑י לְבִלְתִּ֤י הֵחֵל֙ לְעֵינֵ֣י הַגֹּויִ֔ם אֲשֶׁר־הֹוצֵ֥אתִי אֹותָ֖ם לְעֵינֵיהֶֽם׃ |
Trans. | wahăšiḇōṯî ’eṯ-yāḏî wā’a‘aś ləma‘an šəmî ləḇilətî hēḥēl lə‘ênê hagwōyim ’ăšer-hwōṣē’ṯî ’wōṯām lə‘ênêhem: |
Doch Ik keerde Mijn hand af, en deed het om Mijns Naams wil, opdat hij voor de ogen der heidenen niet zou ontheiligd worden, voor welker ogen Ik hen uitgevoerd had.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Doch Ik keerde Mijn hand af, en deed het om Mijns Naams wil, opdat hij voor de ogen der heidenen niet zou ontheiligd worden, voor welker ogen Ik hen uitgevoerd had.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!